De Nationale Funderingsramp (deel 1): Een miljoen woningen dreigen te verzakken

Het in dit artikel genoemde aantal risicopanden is gebaseerd op verouderde berekeningen. Nieuwe berekeningen zijn in het eerste kwartaal van 2024 uitgevoerd en gerapporteerd. Lees hier meer.

Het KCAF heeft een bijdrage geleverd aan dit artikel van bouwwereld.nl, geschreven door Daniël van Capelleveen, beeldmateriaal van KCAF. Link naar deel 1

De aanhoudende droogte van afgelopen zomer maakte duidelijk dat Nederland mogelijk een groot funderingsprobleehttps://www.kcaf.nl/de-nationale-funderingsramp-deel-2/m heeft. Naar schatting 1 miljoen woningen van voor de jaren 70 dreigen te verzakken. Hiermee lijkt Nederland af te stevenen op een nationale funderingsramp. Ir. Dick de Jong, directeur van Stichting Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) geeft tekst en uitleg.

De zomer van 2018 was een van de droogste zomers ooit. Volgens het KNMI zijn er sinds het begin van de metingen in 1906 maar vier zomers geweest waar minder regen viel. “Het aantal meldingen van funderingsproblemen bij ons funderingsloket is sinds afgelopen zomer geëxplodeerd”, zegt ir. De Jong. “Door de meldingen ontstond er media-aandacht, waarna het aantal meldingen wederom explodeerde. In 130 van de 355 gemeenten in Nederland weten we dat er problemen zijn met de fundering. Dat is slechts het topje van de ijsberg”, waarschuwt De Jong.

Kaart met daarop de meldingen bij KCAF van funderingsschade. Donkerblauwe gebieden: meerdere meldingen of klachten bekend. Lichtblauwe gebieden: enkele meldingen of klachten bekend. Witte gebieden: geen of nauwelijks meldingen of klachten bekend. Bekijk de interactieve versie hier.

Palenrot, inklinking en bacteriën

KCAF onderscheidt een aantal oorzaken voor de funderingsproblemen. Bij houten paalfunderingen kan paalrot optreden door droogstand van de palen. Blijft hout onder water, gebeurt er niets. Komt het (deels) droog te staan, dan komt er zuurstof bij en gaat het rotten. Dat zorgt niet acuut voor verzakkingen, maar op de lange termijn wel.

“We weten nu dat houten palen bij ongeveer tien jaar cumulatieve droogstand problemen gaan geven. Dus je kunt je voorstellen dat als de fundering van een pand elk jaar een maand droogstaat, de palen na 100 jaar aan vervanging toe zijn”, zegt De Jong.

Een ander probleem is negatieve kleef. Grond kleeft als het ware aan de funderingspalen. Als de grond te veel inklinkt, dan trekt die de palen mee naar beneden. “Zo zijn er in Rotterdam bijvoorbeeld woningen waar niks mis is met de houten funderingspalen, maar de panden wel 30 tot 40 cm gezakt zijn en soms zelfs meer dan een meter. Dat komt dus omdat de inklinkende grond de palen mee de diepte in trekt. Met allerlei problemen in de woningen als gevolg.”

Gerelateerd aan die inklinking zijn de zettingen die ontstaan bij ondiepe funderingen, ofwel funderingen op staal. Als daar de onderliggende grondlaag ongelijkmatig inklinkt, zal het bovenliggende pand ongelijkmatig zakken, met alle gevolgen van dien.

Tot slot is er nog de aantasting van houten palen door bacteriën, ook wel de palenpest genoemd. Dit is niet gerelateerd aan droogstand of inklinking, maar is wel een belangrijke oorzaak van de funderingsproblematiek. Aantasting door bacteriën komt hoofdzakelijk voor bij grenen palen. De Jong: “Volgens de Stichting Hout Research (SHR) is de helft van de woningen op houten palen met grenen palen gebouwd. Deze houtsoort is veel toegepast in gebieden van Friesland, Zaanstad, Haarlem en rond het IJsselmeer. Hier is minder diep geheid, ongeveer 6 tot 8 meter en dat kan qua lengte prima met grenen. Je ziet bijvoorbeeld in Rotterdam, Schiedam en Dordrecht dat daar de palen tot 20 meter diep moeten, soms wel meer. Vanwege de lengte lukt dat niet met grenen en daarom zijn dat vrijwel allemaal vuren palen.”

Sneller aan de beurt

Droogstand bij palen en inklinking van grond zijn niet nieuw. “In verschillende gemeenten weten we al een aantal jaren dat daar problemen zijn met houten palen. De grond van Rotterdam zakt in zijn geheel bijvoorbeeld 1-2 mm per jaar. Wat je ziet gebeuren, is dat de extreem droge periode van de afgelopen zomer deze processen versnelt. In plaats van een maand droogstand, staan de palen plotseling langere periodes droog en bereikt een fundering sneller het einde van de levensduur. Door de droogte zakt de grond ook weer sneller. Je zult begrijpen dat daardoor ook de funderingsproblematiek versnelt.”

Rivierengebied en zandgronden

Niet alleen de al bekende probleemgebieden hebben last van de droogte. Er zijn ook meldingen bij KCAF binnengekomen uit gebieden waar voorheen geen problemen bekend waren. “Bijvoorbeeld het rivierengebied en zandgronden in het oosten van het land en in Noord-Brabant. Kleilagen hebben last van de droogte doordat ze verkruimelen en van structuur veranderen. Waar we ook achter gekomen zijn, is dat de grondsamenstelling in Nederland heel vaak heterogeen is; overal verschillend, dus ook in zandlagen.”

Funderingsherstel: vrijgegraven constructie om onder de woning te komen.

Een miljoen woningen dreigen te verzakken

Het aantal woningen dat een risico loopt ligt volgens KCAF tegen de miljoen woningen, gebouwd voor de jaren 70. Waarom specifiek de woningen uit die periode? De Jong legt uit: “Tot 1970 was de houten palenfundering de belangrijkste funderingsmethode, samen met de fundering op staal. Voor die tijd waren er weinig of geen richtlijnen over hoe te heien. Zeker in de crisistijd na de Eerste Wereldoorlog werd er matig tot slecht geheid. Er werd te veel bezuinigd op palen en er werd ook geen rekening gehouden met negatieve kleef, dat kenden ze nog niet. Je ziet wel dat men op een gegeven moment beton is gaan toepassen in de vorm van betonoplangers op de houten palen en soms in combinatie met betonnen randbalken, zodat die palen wat dieper kwamen. Dat zie je vooral na de Tweede Wereldoorlog komen. Maar rekentechnisch zou men het nu heel anders doen: meer palen en dieper in de grond.”

“Er zijn in Nederland ongeveer 7,8 miljoen woningen. Daarvan is ongeveer 50% gebouwd voor 1970, dat zijn 3,9 miljoen woningen. Uit een schatting uit 2012 van Deltares, een onafhankelijk kennisinstituut op het gebied van water en ondergrond, blijkt dat er alleen al 727.000 woningen zijn met paalrot. Daar hebben wij een opslag over gedaan voor aantasting door bacteriën. Je moet ook rekening houden met funderingen op staal, daar is een hele bescheiden schatting van 150.000 woningen gemaakt een paar jaar geleden. Dan kom je al makkelijk op 900.000. Dan durf ik er wel mijn hand voor in het vuur te steken dat het bij elkaar op de miljoen zit. Dat betekent dat een op de vier woningen van voor de jaren 70 potentiële funderingsproblemen heeft.”

Te weinig data

Een op de vier is een fiks aantal risicowoningen, wat overigens niet wil zeggen dat al die woningen daadwerkelijk gaan instorten. “Van 30.000 woningen weten we zeker dat die in de eerstkomende 10 tot 20 jaar hersteld moeten worden. Maar bijvoorbeeld in Dordrecht is pas de helft van de risicowoningen onderzocht. We weten nog te weinig. Zo weten we van veel panden niet eens hoe ze gefundeerd zijn. Dat is namelijk vrijwel nergens geregistreerd. Het risico van een miljoen is even schrikken, maar het kan in werkelijkheid meevallen. We hebben in elk geval meer duidelijkheid nodig.”

En KCAF is daar ook mee bezig. “We hebben het project, genaamd Code Oranje, waarbij we al twee jaar lang allerlei gegevens van verzakkende panden monitoren. Hopelijk kunnen we met die gegevens beter voorspellen hoe funderingsproblemen bij een woning zich gaan ontwikkelen. Daarnaast gaan we allerlei reeds bekende gegevens, zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en het DINOloket, de huidige funderingsviewer, onze meldingenlijst, de nieuwe bodemdalingskaarten en de klimaateffectatlas, combineren tot een kaart waarmee we duidelijke de risico’s en aantallen in kaart kunnen brengen. Hopelijk komt die kaart er aan het einde van dit jaar.”

Lees hier deel 2 van het artikel: Funderingsherstel vraagt een lange adem